Waarom een Beheersplan Waddenzee?
De Waddenzee is kwetsbaar natuurgebied. Mensen maken er gebruik van, maar niet onbegrensd, want dan zou veel van de waarde van de Waddennatuur verloren kunnen gaan. Wat wel en niet kan in de Waddenzee is vastgelegd in het overheidsbeleid. De hoofdlijnen van het overheidsbeleid staan in de 'Planologische Kernbeslissing Waddenzee' (PKB-Waddenzee) en het 'Interprovinciaal Beleidsplan Waddenzeegebied' (IBW). De zorg voor de uitvoering van het beleid, ofwel het beheer van de Waddenzee, is de taak van verschillende ministeries, provincies en de Waddengemeenten.
Niet zo lang geleden waren er wel twaalf verschillende beheersplannen voor de Waddenzee. Dat gaf in de praktijk veel onduidelijkheid. Daarom hebben de gemeenten en provincies die aan de Waddenzee grenzen samen met verschillende ministeries één gemeenschappelijk beheersplan gemaakt. Dit 'Integraal Beheersplan Waddenzee' beschrijft het hoe en waarom van de overheidsmaatregelen in de periode 1996 - 2001. De concrete activiteiten die worden ondernomen staan in het Maatregelenprogramma Waddenzee, dat elk jaar wordt aangepast.
Hoofddoel van het regeringsbeleid
De hoofddoelstelling van het Waddenzeebeleid is 'de duurzame bescherming en ontwikkeling van de Waddenzee als natuurgebied'. Binnen deze hoofddoelstelling voor de natuur zijn beperkte menselijke activiteiten toegestaan. Daarbij heeft de overheid het volgende beeld voor ogen: de kwaliteit van water, bodem, lucht en landschappen wordt beschermd en verbeterd. Vogels kunnen in het Waddengebied veilig voedsel zoeken, broeden en rusten. Zeehonden hebben hun eigen gebied, waar ze zich kunnen terugtrekken en ongestoord hun jongen kunnen werpen en zogen. Voor Noordzeevis blijft de Waddenzee de 'kinderkamer', waar de jonge vis opgroeit. In de kwelders, duinen en buitendijkse gebieden bloeit en groeit de typische Waddenflora en -fauna. Mensen genieten er van natuur en landschap. Dankzij een goede kustverdediging kunnen ze veilig in het gebied wonen, werken en recreëren.
Het Beheersgebied
Het Beheersplan Waddenzee bestrijkt hetzelfde gebied als de Planologische Kernbeslissing Waddenzee (PKB-gebied). Op de kaart is te zien dat niet het hele Waddengebied daaronder valt. Grote delen van de eilanden blijven bijvoorbeeld buiten de grenzen van het beheersplan. Dat zijn voornamelijk de bewoonde en in cultuur gebrachte delen. Ook die gebieden hebben echter te maken met het beleid van de overheid voor het Waddengebied. Er kunnen niet zo maar activiteiten plaatsvinden die de bescherming van de Waddenzee bemoeilijken of in gevaar brengen.
Internationale samenwerking
Ons land moet bij het beleid en beheer van de Waddenzee rekening houden met internationale afspraken en regels. De Waddenzee hoort behalve bij Nederland ook bij Duitsland en Denemarken. De drie landen proberen zoveel mogelijk gezamenlijk afspraken te maken. Men noemt dit de Trilaterale Waddenzeesamenwerking. Elk van de drie landen moet zich bij het beleid en beheer van de Waddenzee aan de internationale afspraken houden. De belangrijkste onderwerpen daarbij zijn de ecologische doelen die tijdens de 7e Trilaterale Waddenzee Regeringsconferentie in Leeuwarden zijn vastgesteld. Op 22 oktober 1997 is in Stade de volgende Trilaterale Regeringsconferentie. Op dit moment wordt gewerkt aan het gezamenlijk managementplan, dat op de conferentie zal worden besproken. Verder zijn voor de Waddenzee belangrijk de Habitat-richtlijn en de Vogelrichtlijn van de Europese Gemeenschap, de Ramsar Conventie, de Conventies van Bonn en Bern, de World Heritage Convention, het Verdrag van Bonn en het Oslo-Parijs-Verdrag (OSPAR). Ook het internationale beleid ten aanzien van de Noordzee en de Rijn en andere internationale afspraken over waterkwaliteit en milieu staan niet los van het Nederlandse Waddenzeebeleid.
Hoofdlijnen van natuur- en milieubeheer
Voor de bescherming en ontwikkeling van het natuurgebied Waddenzee is meer nodig dan de natuur haar eigen gang te laten gaan. Dat komt doordat het waddenlandschap al lang geen puur natuurlijk landschap meer is. Vroegere en tegenwoordige menselijke ingrepen en activiteiten hebben permanent invloed. Daarmee moet bij natuurbescherming en -ontwikkeling rekening worden gehouden. Voor het natuur- en milieubeheer zijn hoofdlijnen opgesteld, een soort kompas dat de juiste richting aangeeft. In het Waddengebied zijn nogal wat inpolderingen geweest. Dat is onder andere ten koste gegaan van de oppervlakte aan kwelders. Het streven is nu het kwelderareaal tenminste in stand te houden en liever nog te vergroten. Door het aanleggen van dijken en kades zijn heel abrupte scheidingen ontstaan tussen gebieden met zout en zoet water. Voor de ontwikkeling van de waddennatuur wordt in buitendijkse polders de invloed van zout water hersteld. Elders in het gebied komen weer meer geleidelijke overgangen tussen het land en de zee. De karakteristieke stuifdijken op de eilanden zullen behouden blijven. Dat zijn dijken die zijn ontstaan door zandverstuivingen op plaatsen die door mensen zijn bepaald. De zoet-zout overgangen tussen de Waddenzee enerzijds en het IJsselmeer en het vasteland anderzijds worden, als dat mogelijk is, hersteld om de trek en uitwisseling van planten en dieren weer mogelijk te maken. De natuurlijke water(bodem)kwaliteit moet terugkomen. Daarom wordt het lozen van verontreinigende stoffen verboden of zoveel mogelijk beperkt.
Doelen voor habitats en soorten
In het Beheersplan Waddenzee zijn doelen vastgelegd voor soorten planten en dieren en hun habitats. Habitats zijn leefgebieden van planten en dieren. Dezelfde doelen gelden ook voor het Duitse en Deense deel van de Waddenzee. Kwelders, getijdegebieden, estuaria, stranden en duinen, de Noordzeekust en het aangrenzende vasteland vormen typische waddenhabitats. In de loop der jaren is het areaal aan deze gebieden afgenomen of ongunstig beïnvloed. De overheid streeft naar een meer natuurlijke ontwikkeling en dynamiek van deze habitats. Ze wil het kwelderareaal uitbreiden. Dat kan onder andere door kunstmatige kwelders natuurlijker afwateringspatronen te geven en door het stimuleren van een natuurlijker vegetatie. Doel voor het getijdengebied is een groter areaal aan ongestoorde, droogvallende en permanent onder water staande gebieden komen. Mosselbanken, Sabellariariffen en zeegrasvelden moeten zich op natuurlijke wijze kunnen verspreiden en ontwikkelen. Ook voor de Gewone en Grijze zeehond moet de Waddenzee een goed leefgebied blijven. Voor vogels is de Waddenzee een van de belangrijkste gebieden in Europa. Er moet genoeg voedsel voor hen zijn en ze moeten ongestoord kunnen broeden, ruien en rusten. Waardevolle delen van de estuaria worden beschermd. De rivieroevers worden goed onderhouden en als dat mogelijk is in hun natuurlijke staat hersteld. Het overheidsbeleid is gericht op een grotere natuurlijke dynamiek van stranden, oude duinen, strandvlakten, strandwallen, houtwallen, jonge duinen en heigebieden achter de duinen. De wens is dat er weer een complete natuurlijke duinvegetatie komt.