Blog Rottums: Reisverhalen
Het broedseizoen loopt ten einde. In het noorden is dat vaak al wat eerder en daarom zien we elke dag meer kanoeten, tureluurs, rosse grutto’s, wulpen en bonte strandlopers. Het zijn vogels de in het hoge noorden gebroed hebben en hier nu even komen eten en opvetten.
Naast steltlopers zitten er de laatste weken ook enorme aantallen kokmeeuwen en stormmeeuwen. Met de hoogwatertellingen tellen we er meer dan tienduizend. Op zowel Plaat als Oog is met afgaand water het hele wad wit van de foeragerende meeuwen. Omdat enkele kokmeeuwen geringd zijn kunnen we achterhalen waar ze vandaan komen. De ringen lezen we af met de telescoop en bestaan uit een combinatie van tekens en kleuren.
Twee kokmeeuwen in dezelfde groep met een rode en gele ring blijken uit Polen te komen. Ook een blauw geringde kokmeeuw is Pools. De volgende, met een witte ring, blijkt een Nederlander. Ze is geringd en eerder waargenomen in de stad Groningen, dus dat is dichter in de buurt. Maandag zat er opeens een zwartkopmeeuw te slapen tussen de kokmeeuwen, en zowaar met een rode ring, ook uit Polen.

Het lijkt er dus op dat de meeuwen massaal vanuit Polen hierheen zijn getrokken. Echt zeker weten we het niet. Misschien wordt er in andere landen wel nauwelijks geringd. Misschien vallen de feller gekleurde ringen uit Polen wel meer op. Of misschien blijven meeuwen van andere plekken wel meer op het water. Uitrusten op het water doen kokmeeuwen in ieder geval vaak – soms tot grote frustratie van de vogelwachter die net mogelijk een ring gezien heeft. Geduld hebben dus. Het was die linker toch? Oei, er komt een roofvogel langs en alles vliegt op. De jonge bruine kiekendieven zijn net uitgevlogen en die verkennen uitgebreid het eiland. Tenminste, we denken dat het de kiekendieven van het eiland zijn. Toch even kijken of ze een ring hebben.
Ook de lepelaars dragen ringen, met kleurringen of met tekst. Uit de aflezingen zien we dat de meeste lepelaars overwinteren in Frankrijk en Portugal. Een van de lepelaars is in 2003 geboren op Schiermonnikoog en is dus al eenentwintig jaar oud! De vogel werd pas in 2013 voor het eerst op Rottumerplaat gezien en heeft hier sindsdien vaak gebroed.

Met iedere ring die we aflezen, krijgen wij een iets beter beeld van de afstanden die al deze vogels afleggen en de gebieden die ze aandoen. Als we met ze zouden kunnen praten, wat een reisverhalen zouden ze dan kunnen vertellen! Tot die tijd moeten we het met hun ringen en onze verbeelding doen.