Blog Rottumeroog: Raadselachtig gegorgel


Op Rottumeroog klinkt een idioot geluid. Een soort bubbelen en borrelen. Niet mechanisch, maar beestachtig. Het klinkt donker. Eén, hooguit twee seconden duurt het. Daarna blijft het minuten en soms langer weg. Om onvoorspelbaar weer de kop op te steken. Dit gaat dit voorjaar alle zonnige dagen zo door.
Irritant is het niet. Intrigerend wel. Als wadwachters voor Rijkswaterstaat moeten wij met zijn tweeën de natuur in dit beschermde gebied bewaken maar ook inventariseren. Op ons rust de plicht te achterhalen waar dit gegorgel vandaan komt.

Misschien van de Lepelaars? Die grote witte vogels met hun opvallende snavels in de vorm van een lange opscheplepel hebben pal voor het provisorische onderkomen van de vogelwachters een kolonie. Maar deze statige vogels staan bekend als uiterst zwijgzaam.

Jonge Lepelaars hebben wel een doordringend trillertje om te bedelen. Onderzoekers beschrijven daarnaast nog een zacht “oek”. Dat laten Lepelaars horen voor ze opvliegen. De Lepelaar-deskundige Ernst Poorter muntte hiervoor het werkwoord “oeken”, schrijft de Werkgroep Lepelaar op haar website (1). Het lijkt in de verste verte niet op het binnensmonds burlen waarvan ik de veroorzaker zoek.

Het is niet zo makkelijk om mijn collega-wadwachter op die rare borrelgrom te wijzen. Het is hier namelijk een heksenketel van geluid. Niet van mensen. Die wonen niet op dit waddeneiland. Maar van vogels. De lente is uitgebroken. Onder meer duizenden Kleine Mantelmeeuwen, Zilvermeeuwen, Stormmeeuwen, Eiders, Bergeenden, Scholeksters, Graspiepers en Veldleeuweriken melden de wereld luidkeels de stand van hun hormoonspiegel.

Om de collega te verduidelijken welk raadselgeluid in die kakafonie ik bedoel, ben ik genoodzaakt met open mond en met slappe hangende wangen mijn hoofd snel heen en weer te schudden, terwijl ik een geluid produceer alsof ik mijn hoofd onder water hou. Nadat ze is uitgelachen en er op mijn imitatie vanuit de richting van de Lepelaarkolonie burlend lijkt te worden geantwoord, toont de collega een blik van herkenning: “O, dát bedoel je!”

Het kost enige zelfbeheersing de daaropvolgende uren om niet op elke burl vanuit de kant van de Lepelaarkolonie te reageren met een eigen burl-tje. Het zijn dat soort momenten dat het maar goed is dat wij alleen op dit eiland zijn en niemand ons ziet. Of hoort.

Waarmee het raadsel niet is opgelost. Alsof de duivel ermee speelt, blijft het gorgelen ook telkens achterwege als we de herkenningsapp voor vogelgeluiden Merlin aanzetten. De telescoop er nogmaals op gezet. Is er in de kolonie Lepelaars iets te zien als er gegorgeld wordt? Nee. Eigenlijk niet. De vogelgeluiden-databank Xeno-canto bevat ook geen enkel Lepelaar-geluid dat enigszins op dat onderhuidse rommelpotten lijkt. Een geluid dat een pregnant aspect van het eiland begint te worden (2).

Ho. Wacht eens. Daar schudt toch echt een Lepelaar zijn kop terwijl het onderwater-burlen klinkt. Een Lepelaar dus!? Kent de Werkgroep Lepelaar, met befaamde ecologen als professor Theunis Piersma in de gelederen wellicht dit geluid van hun studieobject? Zo ja, wat betekent dit borrelgegrom in het Lepelaars dan? Weten ze misschien de vertaling daarvan in het Nederlands?
“Wat een leuke waarneming!”, reageert Kees Vliet Vlieland van de Werkgroep Lepelaar op mijn gemailde vragen. Hij cc’t andere werkgroepsleden. Of die even mee willen denken. Het door mij beschreven geluid (“alsof je met open mond en je wangzakken zo los mogelijk je hoofd heel snel heen en weer schudt”) is hem onbekend van Lepelaars. Maar: “Dat geluid doet mij denken aan het geluid dat Kleine Zilverreigers maken in een kolonie. Die zitten daar niet toevallig?”Blog foto 2 Aielle_s

Shit. Ja. Natuurlijk! Tussen de Lepelaars nestelen inderdaad, een beetje verborgen, ook enkele Kleine Zilverreigers. Een treetje lager in de struiken onder de hoger gelegen Lepelaarsnesten. Lepelaars staan in een gemengde kolonie wat hoger in de hiërarchie dan Kleine Zilverreigers. Een lel met zo’n forse Lepelaarsnavel willen Kleine Zilverreigers allicht ontwijken. Hoewel ze, net als een Waterral vorige lente, helemaal onderin de struiken waarin de Lepelaars hun nesten bouwen, soms een takje uit een Lepelaarsnest jatten voor hun eigen nest. Als niemand kijkt.

Behulpzaam stuurt Kees Vliet Vlieland nog een linkje van Vogelbescherming over de roep van Kleine Zilverreigers. Daarop wordt het geluid beschreven als “een reigerachtig ‘wah-ah-ah’” (3). Niet echt wat we op Rottumeroog denken te horen. Het in Latijns alfabet vangen van vogelgeluiden blijft een hachelijke onderneming. Maar het ingesloten geluidsfragment is duidelijk wel het gezochte gegorgel. Het zijn dus inderdaad Kleine Zilverreigers die dit groteske kotsgeluid voortbrengen. Een viezig geluid dat helemaal niet past bij zo’n mooie vogel.Blog foto 3 Aielles

Het vergt nog een dagje turen door de telescoop. En dan zien we inderdaad een Kleine Zilverreiger burlen. Die zijn, in tegenstelling tot Lepelaars, “highly vocal”, aldus de website van Heron Conservation. Deze reigerexperts beschrijven het gorgelen van Kleine Zilverreigers zo: “Advertising calls are variable including, a distinctive gargling “La” call, rendered, “la, la, la, la, ah, h, h, h”, in which the syllables are interrupted” (4). Een contactadvertentie dus, geuit in het Kleine Zilverreigers-dialect.

Op mijn dankmailtje met excuses voor mijn onoplettendheid reageert Kees Vliet Vlieland vergevingsgezind: “Geen probleem.” Om vrolijk te vervolgen: “Het geluid van Kleine Zilverreigers in de kolonie doet mij altijd denken aan manamanah van de Muppets: 😉 ” Vergezeld van een linkje naar een aflevering van die vroegere tv-serie voor kinderen. Nadat we dat filmpje hebben bekeken, geven wij Kees ook daarin met veel plezier gelijk (5).

Rest de vraag hoe een ervaren vogelwachter zo’n black out kan hebben. Daar valt ter verontschuldiging hooguit voor aan te voeren dat ik niet gewend was aan een kolonie Kleine Zilverreigers in de voortuin. Het is in Nederland nog best een schaarse broedvogel. Met zo’n 100 tot 115 broedparen in 2023 volgens Sovon staat hij hier op de rode lijst als “gevoelig” (6).

Het is een relatief recente aanwinst van de Nederlandse avifauna. Pas in 1999 vestigde de Kleine Zilverreiger zich definitief als broedvogel in Nederland (7). Maar ik had het wel kunnen weten, want dit borrelen heb ik inderdaad wel eens eerder gehoord. In het Quackjeswater in Voornes Duin bijvoorbeeld, waar ook Kleine Zilverreigers broedden.

Leuk wist-je-datje is dat de Kleine Zilverreigers op Rottumeroog de noordelijkste broedkolonie op het Europese vasteland vormen van deze soort. Dat was althans de stand van zaken volgens een artikel van onder meer Romke Kleefstra in het ornithologisch tijdschrift Limosa van 2009 (7).

In de trektijd komen Kleine Zilverreigers wel noordelijker voor. Maar niet om te broeden. Ook onder de na 2009 tot en met voorjaar 2025 gemelde waarnemingen op de internationale website observation.org van Kleine Zilverreigers in het Duitse of Deense Waddengebied zitten geen broedgevallen.
Dat kan wel veranderen. Want zo schaars als deze gorgelaars in Nederland als broedvogel zijn, zo veel zijn er buiten de landsgrenzen. Inmiddels telt de wereldpopulatie van Kleine Zilverreigers 1,1 miljoen broedparen. Dat worden er ook gestaag meer. Het broedareaal breidt zich noordwaarts uit.

Anderzijds hebben Kleine Zilverreigers nog wel wat in te halen voor de omvang van hun populatie vroegere niveaus bereikt. Wat de stand geen goed zal hebben gedaan is dat deze vogel lange tijd als een lekkernij gold. September 1465 liet George Neville op een banquet in Cawood Castle ter gelegenheid van zijn inauguratie als aartsbisschop van het Britse York zijn gasten onder meer duizend Kleine Zilverreigers serveren, ontdekte de negentiende-eeuwse ornitholoog Fred Stubbs (8).

Een andere klap kreeg de Kleine Zilverreiger van de mode-industrie. Alleen al in 1887 verhandelde één verenmakelaar in Londen 2 miljoen balgen van zilverreigers, noteren Mark Cocker en Richard Mabey in hun boek Birds Brittanica (9). Balgen zijn geprepareerde vogelhuiden met de veren er nog aan. Dode zilverreigers waren destijds in de mode als versiering op dameshoeden.

De publieke weerzin tegen deze exploitatie van zilverreigers leidde tot de oprichting van de Britse Royal Society for the Protection of Birds. De eerste stap in een reeks internationale beschermingsmaatregelen die er toe leidde dat de stand van Kleine Zilverreigers kon opkrabbelen uit het dal. En deze fraaie vogel met zijn wat lachwekkende geluid uiteindelijk ook het Nederlandse Waddeneiland Rottumeroog bereikte. Hoeveel precies er dit jaar broeden, blijft nog even in nevelen gehuld. Om de kolonie niet te verstoren, komen de vogelwachters in het kwetsbare begin van het broedseizoen niet te dichtbij.

Tekst: Vasco van der Boon
Foto’s: Aielle Erens

(1) Over Ernst Poorter en het werkwoord “oeken”, inclusief filmpjes met oekende Lepelaars:
https://werkgroeplepelaar.org/overlepelaars/geluiden/ 
(2) Lepelaar-geluiden in Xeno-canto:
https://xeno-canto.org/species/Platalea-leucorodia 
(3) De roep van Kleine Zilverreiger op de site van Vogelbescherming:
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/kleine-zilverreiger#Herkenning 
(4) HeronConservation over Kleine Zilverreigers:
https://www.heronconservation.org/herons-of-the-world/list-of-herons/little-egret/ 
(5) De manamanah-aflevering van kinderserie de Muppets: https://www.youtube.com/watch?v=DiAd2NgdEKI 
(6) Broedparen Kleine Zilverreiger in 2023 volgens Sovon:
https://stats.sovon.nl/stats/soort/1190 
(7) Limosa-artikel over verspreiding Kleine Zilverreiger: https://natuurtijdschriften.nl/pub/1029282/LIM2009082004007.pdf 
(8) Fred Stubbs over wat er op het menu stond bij de inauguratie van de aartsbisschop van York:
https://www.researchgate.net/publication/290751119_Fred_Stubbs_Egrets_Brewes_and_climatic_change 
(9) Mark Cocker en Richard Mabey: Birds Britannica:
https://en.wikipedia.org/wiki/Birds_Britannica