Nieuwe inzichten in de abiotische effecten van baggerwerkzaamheden in de Waddenzee

Gepubliceerd op 6 mei 2025Beheren, Onderzoek en Monitoring, Verkeer en VervoerAangemaakt door Rijkswaterstaat

De Waddenzee, een uniek natuurgebied en onderdeel van het Natura 2000 netwerk, is ook onderhevig aan menselijke activiteiten waaronder baggeren. Deze baggerwerkzaamheden zijn noodzakelijk om vaargeulen en havens toegankelijk te houden, dit is essentieel voor de verbinding van de eilanden met het vasteland en voor de lokale economie.

Baggerwerk

Rijkswaterstaat voert jaarlijks baggerwerkzaamheden in de vaargeulen, terwijl de verschillende havens de havenbekkens onderhouden. Aangezien de Waddenzee een belangrijk natuurgebied is, is het noodzakelijk om een goed inzicht te hebben in het baggerwerk dat gebeurt en de effecten die dit heeft op het ecosysteem, en ook hoe we de effecten in de toekomst kunnen verminderen, bijvoorbeeld in het kader van de ontwikkeling van het nieuwe N2000 beheerplan.

Om deze vragen te beantwoorden is een overzicht gecreëerd van de hoeveelheid en type baggerwerkzaamheden en is er per bekken bekeken wat de abiotische effecten van baggeren en verspreiden zijn in de Waddenzee, gebaseerd op de laatste kennis en inzichten.

Het onderzoek is gebaseerd op drie belangrijke pijlers:
1. Beschrijving van de morfologische ontwikkelingen en trends
2. Overzicht van de baggercijfers-, inspanning en trends
3. Overzicht van de potentiële abiotische impact van baggeren

De studie laat zien dat de verhouding tussen baggerwerkzaamheden in de vaargeulen en in de havens heel erg kan verschillen per bekken, wat ook tot andere abiotische effecten kan leiden. Daarnaast is het de verwachting dat de baggerhoeveelheden op lange termijn zullen blijven toenemen door de autonome morfologische ontwikkeling van de Waddenzee en de sedimentatie nabij de Friese vastelandskust.

Een aantal interessante inzichten kwamen uit de studie naar voren:

  • Optimalisatie van ontwerp vaargeulen
    Het dynamisch meebewegen met het natuurlijk gedrag van de geul helpt om tijdelijk en lokaal de scherpe randen van het baggeronderhoud te verminderen, wat de morfologische en ecologische effecten kan beperken.
  • Optimalisatie van de verspreiding van baggerspecie
    De locatiekeuze voor verspreiding speelt een cruciale rol en is afhankelijk van de sedimentbeheerstrategie en andere doelstellingen. Optimalisatie kan variëren per kombergingsgebied en vraagt om maatwerk. Het is aan te raden om deze keuze te koppelen aan monitoring.
  • Toepasbaarheid van een volumelimiet voor onderhoudsbaggerwerk
    Het stellen van ecologische grenzen kan effectiever zijn dan het vaststellen van een limiet voor baggervolume. Het is belangrijk om hierbij naar de effecten per bekken te kijken, aangezien elk bekken weer andere eigenschappen heeft.
  • Sturen op inzet van baggertechnieken en verschillen in zand en slib
    In beheerplannen zou ruimte kunnen worden gecreëerd voor het specificeren van baggertechnieken, afhankelijk van de beoogde doelen. Dit kan variëren van het beperken van het baggervolume tot het meenemen van verschillen in zand en slib. Daarnaast kunnen andere overwegingen zoals energiebesparing, minimale verstoring van de omgeving en maximale operationele flexibiliteit, eveneens bijdragen aan het optimaliseren van de uitvoering .

Het volledige onderzoeksrapport