Mosselsector moet weer op rem trappen
DEN HAAG - De mosselsector mag vanaf dinsdag minder jonge mosselen uit de Waddenzee halen dan landbouwminister Gerda Verburg deze week had toegestaan.
Net als vorig jaar wil de Raad van State eenderde deel van de vergunde hoeveelheid in de zee laten liggen om geen risico te lopen dat de natuur schade oploopt door de visserij.
Bestuursrechter Rein Jan Hoekstra heeft dit gistermiddag besloten na bezwaren die Waddenvereniging, Vogelbescherming en de stichting Wad enkele uren eerder op een zitting naar voren hadden gebracht. Zij vrezen grote gevolgen voor de vogelstand als de vissers de toegestane 30 miljoen kilo mosselen mogen weghalen.
Volgens het ministerie en de sector bestaat er geen enkel gevaar voor de eenden. De jonge mosselen en het zaad gaan voor het overgrote deel naar kweekpercelen elders in de zee, waar ze in een jaar uitgroeien tot consumptiemosselen. Deze winter blijven ze beschikbaar voor de vogels in de Waddenzee. Bovendien laat de sector nog eens 18 miljoen kilo mosselen helemaal ongemoeid.
Maar dit pleidooi maakte onvoldoende indruk op Hoekstra, die de grens trok bij het opvissen van 20 miljoen kilo. Hoewel dat nog altijd het dubbele is van vorig jaar en de Zeeuwse vissers dinsdag om zeven uur gewoon mogen uitvaren, mokten de mosselmannen hevig na de uitspraak. Er zijn jaren geweest dat ze zonder problemen 100 miljoen kilo mochten opvissen. De natuur is er in hun ogen niet door verslechterd. De kans op een slecht mosseljaar neemt volgend jaar wel toe als de percelen te weinig opleveren.
De mosselvissers voelen zich de nieuwe zondebok van de natuurclubs nu de kokkelvisserij sinds enkele jaren verboden is. De Waddenvereniging en advocate Gina Kamsma waren ,,redelijk tevreden'' over de uitkomst. Kamsma: ,,We hebben nu de zekerheid dat er mosselen in de Waddenzee blijven liggen voor de vogels.''