Waddenacademie wordt club van twaalf
LEEUWARDEN - Bij de nog op te richten Waddenacademie, met Leeuwarden als vestigingsplaats, moeten twaalf mensen komen te werken.
Dit staat in een uitgewerkt advies dat de Friese commissaris der koningin Ed Nijpels als 'kwartiermeester' aan milieuminister Sybilla Dekker aanbiedt.
Nijpels houdt vast aan de noodzaak van een structurele investering van €1,5 miljoen, aangevuld met de €400.000 die nu al voor Interwad wordt uitgegeven, waar Dekker herhaaldelijk heeft gezegd niet meer te willen uittrekken dan €1 miljoen.
De academie moet aansluiten bij Interwad, de organisatie die nu al veel aan informatievoorziening over de Waddenzee doet. De vier medewerkers van deze club krijgen gezelschap van vijf hoogleraren van verschillende universiteiten die ieder een dag per week voor de academie werken. Zij vormen de wetenschappelijke staf. Verder moeten er drie nieuwe wetenschappers worden aangetrokken.
De Leeuwarder hogescholen CHN, NHL en Van Hall Larenstein moeten in de academie participeren, samen met onderzoeksinstituut NIOZ op Texel en de universiteiten van Wageningen en Groningen. Professor Wim van Vierssen van Wageningen Universiteit, die ook het uitvoeringsplan heeft geschreven, wordt door Nijpels aan Dekker voorgedragen om de academie echt op poten te zetten. Van Vierssen is nu ook voorzitter van de kenniseenheid Groene Ruimte van de universiteit. Daar hoort het natuuronderzoeksinstituut Alterra toe.
De Waddenacademie krijgt in de zienswijze van Nijpels drie taken. Het gaat om het coördineren van de vraag naar wetenschappelijk onderzoek, de coördinatie van de concrete uitvoering van het onderzoek en het opslaan en beschikbaar stellen van de onderzoeksresultaten.
Het benodigde geld moet geput worden uit het Waddenfonds. Mocht deze pot met €800 miljoen er onverhoopt niet komen, dan nog moet de Waddenacademie wel van de grond komen, meent Nijpels. Hij vindt het belang van dit instituut zo groot dat de totstandkoming ,,niet mag afhangen van allerlei politieke koppelingen''.