Kokkelvissers komen in het nauw

Gepubliceerd op 2 februari 2004VisserijAangemaakt door InterWad (gelezen in Trouw)

YERSEKE

De kokkelvissers verlangen toegang tot de beschermde gebieden in de Waddenzee, omdat zij denken dat ze de vogelsterfte kunnen beperken door alleen grote kokkels te vangen. Vogels eten liever kleinere schelpen, zegt J. Holstein van de producentenorganisatie kokkelvisserij. "Eidereenden slikken de schelp in zijn geheel door, en grote kokkels verteren kost meer moeite dan kleine. Scholeksters hebben ook liever kleinere kokkels, omdat grote moeilijker open te maken zijn." Maar om selectief op grote kokkels te vangen, hebben de vissers wel uitbreiding van hun viswater nodig, anders is de vangst niet rendabel, aldus Holstein.

Verder willen de kokkelvissers dat het visseizoen wordt verlengd. Nu mag er vanaf september worden gevist en niet eerder, omdat dit de zeehonden verstoort. "Maar er zijn zeehonden genoeg en wie zegt dat zeehonden schade leiden door de kokkelvisserij?", zegt Holstein. "Dus we kunnen best in juli beginnen en dan minder kokkels per dag vangen. In juli en augustus is het kokkelvlees beter."

Minister Veerman van landbouw komt dit jaar met nieuw schelpdiervisserijbeleid, op basis van een omvangrijk evaluatierapport genaamd EVA II. Deze maand worden vier bijeenkomsten gehouden, waar iedereen kan zeggen wat er met de visserij moet gebeuren. Vandaag is de laatste in Groningen: er worden zeker 350 mensen verwacht. Voorlopig is de minister van mening dat 'duurzaam' vissen mogelijk moet blijven.

Dat zei hij in zijn reactie op het in december verschenen EVA II rapport. Hij is er niet van overtuigd dat de kokkelvisserij moet verdwijnen om de vogels op de Wadden te redden. Er is immers nog een factor die de teruggang van de vogelstand heeft veroorzaakt: het schoner geworden Waddenwater.

Deze laatste conclusie stond in de door het ministerie van Landbouw geproduceerde publiekssamenvatting van het EVA II rapport, maar werd door onderzoeksleider Bruno Ens vorige week in Trouw bestreden. Het is mogelijk dat de afname van voedingsstoffen in het Waddenwater tot minder schelpdieren heeft geleid, maar zeker is dat allerminst, aldus Ens. Ook andere wetenschappers wezen afgelopen donderdag op een bijeenkomst op de onjuiste conclusie. Ze vonden het wel verantwoord te zeggen dat er in de toekomst misschien minder kokkels en mossels komen door het schone water. Maar de teruggang in de vogelstand en de vogelsterfte zijn hoofdzakelijk de schuld van de kokkelvisserij, die volgens de wetenschappers ook het bodemleven van de Waddenzee ernstige schade toebrengt.

De kokkelvissers waren in december nog opgetogen over het EVA II rapport, maar beginnen hem nu te knijpen, zo bleek voige week uit hun felle reactie op de woorden van Ens. Er hangt hen dan ook nog meer boven het hoofd. De overheid heeft een commissie ingesteld die moet onderzoeken of de kokkelvissers kunnen worden uitgekocht met aardgasbaten, in het geval de gaswinning in de Waddenzee weer wordt toegestaan. Het rapport van die commissie wordt volgende maand verwacht.

Een tweede bedreiging is het verwachte besluit van het Europese Hof dat de kokkelvisserij voortaan aan de strenge Vogel- en Habitatrichtlijnen moet worden getoetst. Maar het meest bedreigend is misschien wel de veronderstelling van de wetenschappers dat het schone water in de Waddenzee tot steeds minder kokkels en mossels kan leiden. Als dat klopt, hebben de vissers uitbreiding van hun viswater nodig. Want het gaat nu al niet best met de Nederlandse kokkelvisserij. Al vier jaar achtereen worden onvoldoende kokkels gevangen om uit de kosten te komen. Oorzaak: de tegenvallende kokkelvoorraad. Vorig jaar voeren maar drie van de twintig kokkelschepen uit, mede omdat de sector zelf besloot het nieuwe kokkelbroed te sparen voor volgende jaren. Het was het slechtste kokkeljaar in tien jaar.

De Nederlandse kokkelvisserij moet meer dan 3,2 miljoen kilo kokkelvlees per jaar aan wal brengen om winstgevend te zijn, berekende het Landbouw Economisch Instituut in opdracht van de schelpdiervissers. Toegestaan is tien miljoen kilo, mits de kokkelstand dat toelaat. Dat getal werd sinds 1993 slechts één keer gehaald, in het topjaar 1998. Vorig jaar werd slechts 300000 ton vlees opgevist.

Maar dit jaar wordt prima, voorspelt Jan Kruijse van het kokkelschip Y172 Piet Hein. "De broedval is goed." De kokkelstand is altijd wisselvallig. De schelpdierverwerkende industrie voert daarom in slechte jaren kokkels aan uit met name Engeland. Al met al wordt aan de kokkels genoeg verdiend om de vloot, waarop 75 mensen werken, in stand te houden.