Habitat- en Vogelrichtlijn


Vogelrichtlijn

De Vogelrichtlijn (1979) is een regeling van de Europese Unie die tot doel heeft alle in het wild levende vogelsoorten op het grondgebied van de EU te beschermen. De richtlijn heeft betrekking op de bescherming van vogels, hun eieren en nesten en hun leefgebieden. Daarnaast krijgen zeldzame soorten extra bescherming.

De lidstaten van de EU zijn verplicht voor alle vogelsoorten die in hun land leven leefgebieden van voldoende grootte en kwaliteit te beschermen. Gebieden waar zeldzame vogelsoorten leven of waar zeldzame trekvogels gebruik van maken moeten extra beschermd worden. De Vogelrichtlijn bevat een lijst met soorten die onder deze extra bescherming vallen. Voor deze soorten moeten de lidstaten gebieden aanwijzen als speciale beschermingszone.

Visdief
Visdief

Habitatrichtlijn

In 1992 stelde de Europese Unie een richtlijn vast voor de bescherming van bijzondere leefgebieden: de Habitatrichtlijn. Bij de Habitatrichtlijn horen lijsten van plant- en diersoorten en natuurlijke leefgemeenschappen die extra bescherming verdienen. Vogels zijn daarbij uitgezonderd omdat daarvoor al eerder een aparte richtlijn (de Vogelrichtlijn) is ingesteld.
De Habitatrichtlijn verbiedt een activiteit als de beschermingszone erdoor wordt aangetast. Ook rept de Habitatrichtlijn over een "behoorlijke beoordeling" van de milieu-effecten voordat een activiteit in de beschermingszone wordt toegestaan. Te beschermen habitats zijn onder meer 'permanent met zeewater van geringe diepte overstroomde zandbanken en estuaria' (dus wadden en slikken), diverse typen kustduinen en enkele soorten kwelders en schorren. De Waddenzee is bijna geheel aangemeld als beschermd gebied onder deze richtlijn.

Zee- en kustgebieden waren anno 1997 nog niet zo ver uitgewerkt in de Habitatrichtlijn als landgebieden. Daarom heeft een Europese studiegroep bekeken hoe ze het beste opgenomen kunnen worden in de richtlijn. De studiegroep heeft een aantal voorwaarden bedacht waar deze gebieden aan zouden moeten voldoen om aan de Habitatrichtlijn te voldoen.

Enkele voorwaarden zijn:

  • Er moeten wetenschappelijke gegevens over de zee- en kustgebieden zijn;
  • De gebieden die in aanmerking komen voor de Habitatrichtlijn moeten niet uniform beheerd worden; elk gebied is anders en moet dus ook anders beheerd worden;
  • Er moet een geïntegreerde aanpak van beheer gebruikt worden, zodat er niet alleen rekening wordt gehouden met de natuur in de gebieden maar ook met de visserij, bewoners, toerisme etc;
  • Er moet geld beschikbaar zijn voor het beheer van de gebieden;
  • Mensen moeten bewust gemaakt worden van het belang van de zee- en kustgebieden, zodat ze het in stand houden van deze gebieden steunen.

Het afwegingskader van de Habitatrichtlijn

Met behulp van het afwegingskader kan worden nagegaan welke activiteiten wel en welke activiteiten niet mogen plaatsvinden in een gebied dat is aangewezen volgens de Habitatrichtlijn.
Activiteiten die voor het onder de Habitatrichtlijn vallende gebied schadelijk zijn mogen niet plaats vinden, tenzij er geen alternatieven voorhanden zijn en de activiteiten "van groot openbaar belang" zijn (bijvoorbeeld voor de economie van het land). Als er toch schadelijke activiteiten plaatsvinden moet het desbetreffende land compenserende maatregelen nemen om te zorgen dat de algehele samenhang van Natura 2000 (het Europese netwerk van natuurgebieden welke beschermd worden op grond van de vogel- en de habitatrichtlijn) gewaarborgd blijft. Als in het aangewezen gebied een belangrijke soort of type habitat aanwezig is moet de voor het gebied schadelijke activiteit bovendien verband houden met de menselijke gezondheid, de openbare veiligheid of gunstig zijn voor het milieu.
Dus: hoe minder schadelijke effecten en hoe groter het maatschappelijk belang, des te groter de kans dat een activiteit plaats mag vinden in een gebied dat is aangewezen op grond van de Habitatrichtlijn.

Aanwijzing van nieuwe gebieden volgens de Habitatrichtlijn

In 1998 en 1999 heeft Nederland een inhaalslag gemaakt met het aanmelden en aanwijzen van gebieden in het kader van de Europese Habitat- en Vogelrichtlijn. Onderdelen van gebieden met een hoge natuurwaarde zijn na afweging van belangen echter buiten deze richtlijnen gehouden; zo zijn de belangrijke vaarwegen in de Waddenzee bijvoorbeeld wel aangemeld volgens de vogelrichtlijn, maar niet volgens de habitatrichtlijn (in tegenstelling tot de rest van de Waddenzee).
Gebieden langs de waddenkust die zijn aangewezen volgens de Habitat- en/of Vogelrichtlijn:

  • Noordzee kustzone waddeneilanden Vogelrichtlijn (nieuw aangewezen)

  • Texelstroom, Vliestroom en Westgat (vaargeulen) Vogelrichtlijn (reeds aangewezen)

  • Vliehors (Vlieland, niet op kaart) Vogelrichtlijn (reeds aangewezen)

  • Ijsselmeer Vogelrichtlijn (nieuw aangewezen)

  • IJsselmeerkust Kornwerderzand-Stavoren-Lemmer Vogel- en Habitatrichtlijn (reeds aangewezen)

  • Waddenzee (m.u.v. vaargeulen) Vogel- en Habitatrichtlijn (reeds aangewezen)

  • Duinen + Noordzeestrand waddeneilanden Vogel- en Habitatrichtlijn (nieuw aangewezen)

  • Noorderhaaks (bij Texel) Vogel- en Habitatrichtlijn (nieuw aangewezen)

  • Noordergronden (bij Terschelling) Vogel- en Habitatrichtlijn (nieuw aangewezen)

  • Amelander gat Vogel- en Habitatrichtlijn (nieuw aangewezen)

  • Pinkegat, Engelsmanplaat Vogel- en Habitatrichtlijn (nieuw aangewezen)

  • Simonszand, Bosplaat, Rottumerplaat, Rottumeroog Vogel- en Habitatrichtlijn (nieuw aangewezen)

  • Dollard (niet op kaart) Vogel- en Habitatrichtlijn (reeds aangewezen

Uitvoering van de Vogel- en de Habitatrichtlijn

De EU-lidstaten wijzen in het kader van de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn speciale beschermingszones aan en moeten instandhoudingmaatregelen nemen om deze gebieden te beschermen. Het netwerk van natuurgebieden in de Europese Unie welke beschermd worden op grond van de twee richtlijnen, heet Natura 2000.
In Nederland zijn de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn vertaald in de Flora- en faunawet en in de Natuurbeschermingswet. De eerste regelt hoe in heel Nederland omgegaan moet worden met beschermde soorten, de tweede regelt hoe gehandeld moet en mag worden in en rondom natuurgebieden, Natura 2000-gebieden.