Publicaties thema Natuur Zoet-zout overgangen
Informatieblad Werelderfgoed Waddenzee:
Verzachten van de randen én herstel onderwaternatuur
Rijkswaterstaat, Staatsbosbeheer en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) werken in opdracht van de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) samen in de Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW).
In het kader hiervan zijn over verschillende onderwerpen informatiebladen verschenen. Eén daarvan gaat over het verzachten van de randen van de Waddenzee en het herstel van de onderwaternatuur.
Het informatieblad Werlederfgoed Waddenzee: Verzachten van de randen en herstel onderwaternatuur (pdf, 285 Kb)
Inzet op natuur én dijkversterking aan de Friese Waddenzeekust
Rapport ecologische kansen dijkversterking
Wetterskip Fryslân gaat de Waddenzeedijk tussen buurtschap Koehool en het Lauwersmeer versterken. De dijk voldoet niet overal meer aan de wettelijke veiligheidseisen. Over een lengte van 47 kilometer wordt de dijk versterkt. De dijkversterking wordt gecombineerd met het verbeteren van de kwaliteit van het landschap en de natuur aan de rand van de Friese Waddenzeekust.
In het najaar van 2019 zijn Rijkswaterstaat, It Fryske Gea en Wetterskip Fryslân gestart met het verkennen van de ecologische kansen langs het dijkversterkingstraject. Rijkswaterstaat doet dit in opdracht van de Programmatische Aanpak Grote Wateren(PAGW*). Het PAGW streeft naar toekomstbestendige grote wateren waar hoogwaardige natuur goed samengaat met een krachtige economie. Voor het realiseren van het PAGW doel in de dijkversterkingsopgave Koehool-Lauwersmeer is een rijksbudget van € 37,5 miljoen gereserveerd. De versterking van natuur en dijk wordt tegelijkertijd uitgewerkt.
De verkenning hiervoor is uitgevoerd onder begeleiding van het Programma naar een Rijke Waddenzee (PRW). Uit de verkenning zijn een aantal kansen naar voren gekomen, waaronder het ontwikkelen van zoet-zoutovergangen in de dijk en natte natuur binnendijks, het versterken van de kwelders buitendijks en het inzaaien van kruiden en bloemen op de dijk. De ecologische kansen kunt u bekijken in het eindrapport.
Dit jaar gaan we in gesprek met de samenwerkingspartners en de omgeving om te kijken hoe we de ecologische kansen samen kunnen uitwerken. Er worden gesprekken gevoerd met grondeigenaren, bewoners en andere betrokken partijen.
*Opdrachtgevers voor PAGW zijn het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Rijkswaterstaat Noord-Nederland, Staatsbosbeheer en Rijksdienst voor Ondernemend Nederland zijn namens het Rijk de uitvoerende partijen.
Rapport Zout water in het Lauwersmeer
April 2005 - Milieuorganisaties en Staatsbosbeheer willen terugkeer van eb en vloed en de geleidelijke overgang van zoet naar zout water in het Lauwersmeergebied. It Fryske Gea, het Groninger Landschap, Natuurmonumenten, de Waddenvereniging, drie noordelijke milieufederaties en Staatsbosbeheer hebben dat uiteengezet in hun visie 'Stroomlijnen. Een handreiking voor het waterbeheer in Fryslân, West-Groningen, Noord-Drenthe en de Waddenzee', die op 22 april 2005 werd gepresenteerd.
Het Lauwersmeer werd na de afsluiting van de Waddenzee in 1969 een zoet meer. Begrazing door 300 Schotse hooglanders en 200 konikpaarden is onvoldoende om verbossing en verstruiking van de oeverlanden tegen te gaan. Invoering van een estuariene systeem zoals bepleit in het rapport 'Stroomlijnen' zou door verzilting een oplossing voor dit probleem bieden. Bovendien wordt een positief effect op de biodiversiteit verwacht en zal de afkalving van de oevers door de nu bestaande gelijkblijvende golfslag worden tegengegaan door herstel van de getijdenwerking.
Lees het rapport 'Stroomlijnen. Een handreiking voor het waterbeheer in Fryslân, West-Groningen, Noord-Drenthe en de Waddenzee'. (pdf 1,5 Mb.
Bron: It Fryske Gea, april 2005
Rapport "Proefgebieden herstel zoet-zout overgangen in Noord Nederland" (RIKZ)
In 2003 verscheen het rapport "Proefgebieden herstel zoet-zout overgangen in Noord Nederland. Een beschrijving van 18 projecten".
In het kader van het project WONS*BRAK doet het Rijksinstituut voor Kust en Zee (RIKZ) langlopend onderzoek naar het herstel van estuariene gradienten (vaak zoet-zout overgangen genaamd) in het Nederlandse kustgebied. Als onderdeel van dit project is een studie naar de betekenis van kleinschalige proefgebieden voor het herstel van zoet-zout overgangen in Nederland uitgevoerd. Voor deze studie zijn in de periode van september tot december 2002 in totaal 33 projecten beschreven en geanalyseerd. Bureau Waardenburg heeft 15 projecten in het Deltagebied beschreven (S. Bouma, S.M. Veen & G.H. Bonhof, 2002). In dit rapport worden 18 projecten in het noorden van Nederland (Groningen, Friesland en Noord-Holland) samengevat.
download het "Proefgebieden herstel zoet-zout overgangen in Noord Nederland. Een beschrijving van 18 projecten" (pdf 3,8 Mb).
Rapport "Visintrek in de Noord Nederlandse kustzone" (RIKZ)
2003 - Als onderdeel van het RIKZ-project GRADIËNTEN is de visintrek tussen zout en zoet water bestudeerd. Dit rapport geeft een overzicht van de problematiek, toegespitst op de Noord-Nederlandse kustzone.
Langs de Noord-Nederlandse kust zijn in totaal 55 zout-zoet overgangen, waarvan nog slechts één een relatief ongestoorde gradiënt tussen zee en zoet water heeft, namelijk de Eems-Dollard. De rest is gescheiden door dijken, dammen, sluizen of gemalen, die voor vissen moeilijk of niet passeerbaar zijn.
De vissen die tussen zout en zoet water migreren worden samengevat onder de term diadrome soorten. Hieronder vallen de anadrome soorten, die van zee naar zoet water trekken om zich daar voort te planten, en de katadrome soorten die zich op zee of op de oceaan voortplanten en waarvan het jonge stadium naar zoet water trekt om daar op te groeien.
Van de 11 diadrome soorten zijn in Nederland inmiddels 4 verdwenen, en bevinden zich 5 op de rode lijst van het Trilaterale Waddengebied met de status van kwetsbare of bedreigde soort. Het grootste knelpunt in de levenscyclus van deze soorten zit in het algemeen in de bereikbaarheid van de paaigebieden en habitatverlies. Ook vervuiling, met name in het zoete milieu, kan een rol spelen.
Deze startnotitie tracht vanuit een stroomgebiedbenadering naar de visintrek-problematiek te kijken. Vanuit zee komend, is de barrière tussen zout en zoet water het eerste knelpunt. Hier zou met (soms eenvoudige) maatregelen geprobeerd kunnen worden verbeteringen te bereiken. Vervolgens verdient het zoete water aandacht: zijn er geschikte habitats, zijn deze bereikbaar, is de waterkwaliteit voldoende? Uiteindelijk streven is, dat de levenscyclus van deze vissoorten ongehinderd kan worden voltooid.
Niet bij iedere zout-zoetovergang is het achterland geschikt voor iedere diadrome vissoort. Het rapport geeft per vissoort aan welke intrekpunten waarschijnlijk geschikt zouden kunnen worden gemaakt. Omdat historische kennis over het voorkomen veelal beperkt is, is dit grotendeels gebaseerd op "expert judgement".
Een aantal diadrome soorten die uit Nederland zijn verdwenen zullen ook wanneer maatregelen worden getroffen niet spontaan terugkomen omdat er geen populaties in Noord Europa meer bestaan. Maar de kwijnende populaties van andere soorten kunnen door maatregelen wellicht behouden blijven.
Download het rapport "Visintrek Noord-nederlandse kustzone" (pdf, 842 Kb).