Beleid Duurzame economie


In de Agenda voor het Waddengebied: (pdf, 3.6 MB) In de toekomst blijven havens, toerisme, landbouw en visserij de belangrijkste motoren van de economie in het Waddengebied. Daarnaast is de kustregio een aantrekkelijke omgeving voor forenzen, waarmee deze regio ook een drager is voor economische voorzieningen, zoals dienstverlening en detailhandel. De economische dragers staan niet los van elkaar.Juist in het Waddengebied kunnen ze elkaar versterken. Kansrijk zijn het verwerken van de producten in de regio zelf, het verbinden van landbouw en visserij met recreatie en toerisme en het verbinden van landbouw met energie.

Beleid Havens

In de PKB, Derde Nota Waddenzee (van januari 2007) is het rijksbeleid voor de Waddenzee voor de komende tien jaar vastgelegd. Voor havens en bedrijventerreinen is het volgende vermeld in de PKB:

Er mogen geen nieuwe havens en bedrijventerreinen worden aangelegd in of direct grenzend aan de Waddenzee. Bestaande havens en bedrijventerreinen direct grenzend aan de Waddenzee, uitgezonderd Den Helder, mogen niet zeewaarts worden uitgebreid. In Den Helder is zeewaartse uitbreiding in het geval van een verlegging van de TESO veerhaven mogelijk, op voorwaarde dat er een zorgvuldige planologische afweging plaatsvindt. Tevens wordt een uitzondering gemaakt voor een beperkte uitbreiding van de voor de recreatievaart bestemde havens van de Waddeneilanden, indien noodzakelijk vanwege onder meer veiligheid en er geen alternatieve passende oplossing mogelijk is. Het convenant zoals bedoeld onder 3.2o in deze pkb is hierbij richtinggevend.

Voor de uitzonderingen geldt dat dit moet passen binnen het afwegingskader van deze pkb. Voor eventuele nieuwe uitbreiding van de haven van Harlingen wordt bij voorkeur gekozen voor een binnendijkse uitbreiding. Wanneer echter een concreet plan, dat onderbouwd is met onderzoek, leidt tot het inzicht dat een zeewaartse uitbreiding bij Harlingen mogelijk is binnen het afwegingskader van de pkb, zal het kabinet dit mogelijk maken door middel van een partiële herziening.

Op basis van voornoemd onderzoek zal de planologische afweging moeten plaatsvinden waarbij de landschappelijke, cultuurhistorische en natuurlijke waarden van zowel de Waddenzee als het binnendijks gelegen gebied betrokken worden.

Uitbreiding van havens en bedrijventerreinen, buiten de genoemde uitzonderingen, is alleen landinwaarts toegestaan. Zeewaartse aanleg of aanpassing van havendammen en veerdammen is in beginsel niet toegestaan, tenzij veiligheid of bereikbaarheid dat vereisen en mits passend binnen het afwegingskader zoals aangegeven in deze pkb.

Op toelichtende kaart 16 staan de havens en de grotere bedrijventerreinen direct grenzend aan de Waddenzee weergegeven. Op pkbkaart B staan de jachthavens weergegeven. Ontwikkelingsmogelijkheden op bedrijventerreinen in de nabijheid van de Waddenzee kunnen worden benut, onder de voorwaarden dat wordt voldaan aan de landelijke milieu hygiënische normen en dat risicodragende bedrijven en/of stoffen worden toegestaan mits aangetoond wordt dat in geval van calamiteiten er geen onherstelbare schade kan worden toegebracht aan de Waddenzee.

Beleid toerisme en recreatie

In de PKB, Derde Nota Waddenzee (van januari 2007) is het rijksbeleid voor de Waddenzee voor de komende tien jaar vastgelegd. Voor recreatie is het volgende vermeld in de PKB:

Recreatie

Het rijksbeleid ten aanzien van de recreatie op de Waddenzee is gericht op het beheersbaar maken en houden van het recreatief medegebruik en het ontwikkelen van duurzame vormen van recreatie, waarbij de natuurlijke draagkracht van het gebied uitgangspunt is. Voor het recreatief medegebruik geldt een zonering waarbij de voor verstoring gevoelige gebieden worden ontzien. Een kaart met een globaal afgewogen recreatieve zonering is bij deze pkb gevoegd (pkb-kaart B).

Er mogen geen nieuwe jachthavens in of direct grenzend aan de Waddenzee worden aangelegd.

Op initiatief van de waddenprovincies wordt een convenant opgesteld tussen rijk, waddenprovincies en waddengemeenten. Hierin wordt een integraal beleid voor het beheersbaar maken en houden van recreatie en toerisme op de Waddenzee uitgewerkt. Indien het convenant op 31 december 2007 nog niet in werking is getreden en het alsnog nodig blijkt een capaciteitsbeleid voor jachthavens te hanteren, zal het kabinet de pkb op dit onderdeel partieel herzien.

Behalve in het bestaande snelvaargebied bij Oudeschild mag de Waddenzee niet worden gebruikt voor waterskiën, jetskiën en vergelijkbare gemotoriseerde activiteiten. Het bestaande snelvaargebied bij Den Helder wordt gesloten.

Aan de waddenprovincies wordt gevraagd om het recreatiebeleid voor de Waddenzee met inachtneming van deze pkb verder inhoud te geven.

Verdere uitwerking van het beleid omtrent toerisme en recreatie: zie het Beheer en Ontwikkelingsplan (opgave op pg 41 en keuze en koers op pg 46,47), met als uitwerking het convenant vaarrecreatie.