Beleid diepe delfstoffen


Agenda voor het Waddengebied

De NAM en Vermillion winnen gas in het Waddengebied. De gaswinning hier is onderdeel van het kleine-velden- beleid van de overheid. Onder de Waddenzee liggen meerdere kleine gasvelden; de gaswinning vindtonder meer plaats vanaf Ameland, Moddergat, Nes en Lauwersoog. Nieuwe boringen naar gas in de Waddenzee zijn niet toegestaan. In plaats daarvan wordt nu schuin geboord vanaf locaties op land. Die locaties bevinden zich achter de dijk op het vasteland. Gaswinning vindt plaats via het principe ‘hand aan de kraan’.

Aanvullend op de beperkingen uit de Structuurvisie Waddenzee zijn in de Mijnbouwwet (2017) nadere beperkingen gesteld aan mijnbouwactiviteiten in het Waddengebied. Hierdoor is het oprichten van nieuwe mijnbouwwerken in de Waddenzee, op deWaddeneilanden en in de Noordzeekustzone (tot circa 7 km ten noorden van de Waddeneilanden) niet meer toegestaan, en geldt verder op de Noordzee binnen de 12-mijlszone allereerst gekeken moet worden naar medegebruik van bestaande platforms en dat anders de zichthinder van een nieuw platform moet worden geminimaliseerd.

In 2011 is hebben provincie Fryslân, gemeenten en het waterschap met Frisia Zout afgesproken de zoutwinning in ondergrondse locaties in Noordwest-Fryslân uiterlijk in 2021 te beëindigen en volledig te verplaatsen naar locaties onder de Waddenzee, voor zover de natuurwaarden van de Waddenzee hierdoor niet in het geding komen. De concessie van Frisia is in 2012 verlengd tot 2052 en met een monitoring systeem wordt de ‘hand aan de kraan’ gehouden. In de aan Frisia verleende Wnb-vergunning is in artikel 26 opgenomen dat: “Zes jaar na aanvang van de werkzaamheden (en opvolgend elke verdere zes jaren) zal door of namens de vergunninghouder een volledige evaluatie plaatsvinden over de ontwikkeling van de bodemligging en de ecologische parameters in relatie tot de specifiek benoemde relevante beschermde natuurwaarden”.  Er is een vergunning afgegeven voor zoutwinning via een schuine boring vanaf Harlingen Haven.

Strategieën:

  1. De gaswinning uit het Groningenveld zo snel mogelijk afbouwen (de verwachting is dat de gaswinning uit het Groningenveld vanaf medio 2022 nihil kan zijn).
  2. De gaswinning uit de kleine velden aan te houden zolang het nodig is om tegemoet te komen aan de (afnemende) Nederlandse aardgasvraag waarbij de verwachting is dat rond 2035 deze kleine voorraden nagenoeg zullen zijn uitgeput. Er worden geen nieuwe opsporingsvergunningen meer afgegeven af voor het zoeken naar gasvelden op land, waaronder de Waddenzee.
  3. De huidige concessie voor de zoutwinning nabij Harlingen als uitgangspunt nemen en geen nieuwe concessies voor zoutwinning onder de Waddenzee afgeven.
  4. De gaswinning uit de kleine velden wordt bezien binnen de gewenste transitie naar duurzame energie. Zolang en voor zover dit nodig is om tegemoet te komen aan de Nederlandse gasvraag wil het kabinet gas winnen in eigen land. Randvoorwaarde daarbij is dat het veilig moet zijn voor bewoners en omgeving.
  5. Zowel voor de gas- als voor de zoutwinning geldt dat indien veiligheidsoverwegingen dan wel het ‘hand aan de kraan’-principe daartoe aanleiding geven, de winning zal worden beperkt of afgebouwd.

PKB Waddenzee deel 4

In de PKB Derde Nota Waddenzee (van januari 2007) is het rijksbeleid voor de Waddenzee voor de komende tien jaar vastgelegd. In de PKB Waddenzee is het volgende aangeven over energie en delfstoffen:

Offshore-installaties

Er mogen in de Waddenzee geen booreilanden en andere offshore-installaties worden geparkeerd. Het kabinet maakt hierop een uitzondering voor de bestaande tijdelijke
parkeerfaciliteit in het Gat van de Stier tussen Den Helder en Texel. Op deze locatie mogen, in afwachting van onderhoudsen reparatiewerkzaamheden in de haven van Den Helder, maximaal twee offshore-installaties worden geparkeerd voor maximaal drie maanden per jaar. Alleen in noodgevallen kan tijdelijk sprake zijn van drie offshore-installaties en kan een eenmalige verlenging van de termijn worden toegestaan
met ten hoogste drie maanden. Deze tijdelijke faciliteit wordt binnen drie jaar beëindigd, te rekenen vanaf de inwerkingtreding van deze pkb. Het kabinet zal zorgdragen
voor een alternatief buiten de Waddenzee voor het parkeren van booreilanden en andere offshore-installaties.

Diepe delfstoffen

Nieuwe opsporing en winning van diepe delfstoffen op locaties in de Waddenzee is niet toegestaan. Nieuwe opsporing en winning van gas onder de Waddenzee kan onder de volgende randvoorwaarden plaatsvinden:

  • nieuwe opsporing en winning van gas is alleen toegestaan vanaf locaties op het land en vanaf bestaande platforms in de Noordzee(kustzone);
  • er bestaat wetenschappelijk gezien redelijkerwijs geentwijfel dat er geen schadelijke gevolgen zijn voor de indeze pkb beschreven natuurlijke waarden en kenmerken;
  • een onafhankelijke instantie adviseert het bevoegd gezag over de opzet, uitvoering en beleidsconsequenties vaneen adequate monitoring van alle relevante effecten enontwikkelingen, zodat indien nodig door het bevoegd gezag kan worden ingegrepen volgens het 'hand aan dekraan' principe;
  • de benodigde op te richten bouwwerken (waaronder het tijdelijk plaatsen van boorinstallaties) worden zo zorgvuldig mogelijk ingepast in het landschap ter bescherming van de unieke openheid daarvan, met behulp van de best beschikbare technische mogelijkheden;
  • gelet op deze zorgvuldige inpassing in het landschap wordt tijdelijk gebruik van installaties ten behoeve van exploratie, onderhoud en winning als niet schadelijk beschouwd voor open horizon en duisternis

De bovenstaande randvoorwaarden worden uitgewerkt in winnings- en meetplannen zoals voorgeschreven in de Mijnbouwwet en in de vergunningverlening op grond van de
Natuurbeschermingswet 1998. Op toelichtende kaart 17 staan de vergunningsgebieden en de bestaande winninglocaties voor gaswinning onder de Waddenzee weergegeven.