Terschelling velt duizenden zeedennen
Staatsbosbeheer op Terschelling gaat ten noorden van het Arjenduun bij Hee ruim 7,5 hectare bos kappen.
Duizenden zeedennen moeten het veld ruimen voor herstel van een weids uitzicht tot aan de Noordzee. De terreinbeheerder begint deze herfst aan de klus, die als een van de grootste ingrepen in de Terschellinger natuur wordt gekwalificeerd. De bomen bij het het Arjenduun zijn in 1930 aangeplant om het stuiven van de duinen tegen te gaan. Het bos heeft zich echter enorm uitgezaaid naar de omliggende omgeving. Omdat het ook nog bovenop een hoge duinrug ligt, belemmert dit een doorzicht over het eiland.
De afgelopen jaren is het bos wel uitgedund, maar dit heeft nauwelijks zichtbaar resultaat opgeleverd. ,,Als we nu niet ingrijpen, groeit het eiland langzamerhand verder dicht'', stelt Freek Zwart van Staatsbosbeheer.
In de dertig jaar dat hij bij het beheer op Terschelling is betrokken, heeft hij de bossen zien uitgroeien van 610 tot 700 hectare. De rigoureuze kapactie bij Hee is opgenomen in het beheerplan van SBB.
Europees geld, de zogenoemde Life subsidie, maakt de operatie financieel mogelijk. Het hout wordt afgevoerd naar de wal. Naast een fraai uitzicht levert de ingreep ook kwaliteitsverbetering van de natuur op; delandschappelijke waarde van open duinen wordt in Europees verband hoger ingeschaald dan die van aangeplant dennenbos.
Na de kaalslag zal er een herstelperiode van zo'n drie jaar nodig zijn voordat de eerste stuikheide weer verschijnt, gevolgd door kraaiheide en korstmossen en het duinviooltje. Voor het duinkonijn, de haas, de veldhagedis, maar ook voor de bruine en blauwe kiekendief en de tapuit biedt het open natuurgebied straks nieuwe levenskansen.
Twee zeldzame orchideeënsoorten, de dennenorchis en de kleine keverorchis, zullen op deze plek echter ten onder gaan. De soorten worden evenwel niet bedreigd, omdat ze elders op het eiland volop voorkomen.