Raad voor de Wadden: Pkb Waddenzee kan wel weg
De Raad voor de Wadden meent dat de pkb Waddenzee zo spoedig mogelijk door het kabinet moet worden vastgesteld.
Met een maximale looptijd van vijf jaar. Dat is nodig om op een aantal beleidsterreinen actueel of vernieuwd beleid op nationaal niveau vast te stellen. Tegelijkertijd moet worden gewerkt aan de spoedige vervanging van de pkb Waddenzee door het nationale Natuurbeleidsplan. Hierin wordt het nationale en internationale Waddenzeebeleid opgenomen.
Dat stelt de Raad voor de Wadden in zijn advies “Pkb Waddenzee: beleidsinstrument in blessuretijd” dat de Raad op verzoek van de minister van VROM heeft uitgebracht. Het huidige Waddenzeebeleid is al 12 jaar oud. Actualisering is dus noodzakelijk. Maar dan via een pkb met een looptijd van ten hoogste vijf jaar, omdat de Raad meent dat het Waddenzeebeleid thuishoort in het Natuurbeleidsplan. De Raad vindt dat de pkb in de huidige situatie wel moet worden vastgesteld, ter overbrugging.
De Raad is van mening dat de door het kabinet gekozen procedure om tot een aangepaste pkb te komen onduidelijk en verwarrend is. De Raad vindt dat sprake is van een rommelige interpretatie van de pkb-procedure. Belangrijkste tekortkoming is dat sommige essentiële beleidsbeslissingen zonder inspraakmogelijkheid in de pkb worden opgenomen, terwijl dit niet wordt verantwoord. Zo worden verwachtingen gewekt in het Waddengebied die niet worden waargemaakt.
De Raad heeft zich nader uitgesproken over een aantal inhoudelijke onderwerpen die van belang zijn voor het strategisch Waddenzeebeleid.
Zo mist de Raad in de pkb de uitwerking van het lange termijn ontwikkelingsperspectief. Het kabinet heeft geen visie ontwikkeld over een duurzame economische ontwikkeling van het Waddengebied. Ook ontbreken nog steeds een streefbeeld en een referentiekader. Deze zijn nodig om de overheden een kader te bieden voor het op te stellen Beheer- en ontwikkelingsplan en voor de uitvoering van het Waddenfonds.
Ook op andere punten ontbreekt het in de pkb aan voldoende duidelijke kaders en/of nadere concretisering. De Raad adviseert om te komen tot nadere concretisering van de nieuwe doelen op het gebied van duisternis en cultuurhistorische waarden. De Raad kan zich vinden in het opnemen van deze kwaliteiten in de hoofddoelstelling voor de Waddenzee. In de pkb wordt voor duisternis alleen gesproken over de wens om tot beleid te komen. De Raad vraagt om een analyse van de huidige en gewenste situatie en om een toetsingskader voor activiteiten.
De bescherming van cultuurhistorische waarden is onderdeel van de hoofddoelstelling voor de Waddenzee geworden, maar is niet verder uitgewerkt. Opname in het ontwikkelingsperspectief is een eerste stap die daarna verdere uitwerking behoeft.
De Raad mist in de pkb nadere verkenningen om niet-gebruikswaarden bij beleidsbeslissingen mee te nemen. Het gaat hier om zaken als belevingswaarden van landschap en andere omgevingswaarden.