Drinkwater uit zee is een peulenschil

Gepubliceerd op 29 juni 2006OverigAangemaakt door Leeuwarder Courant (Paul Achterberg)

Waterbedrijf Vitens onderzoekt of het ontzouten van water voor een zelfstandige drinkwatervoorziening op Terschelling tot de mogelijkheden behoort.

Krijgt het eiland als eerste in Nederland een ontziltingsinstallatie? Het ontzilten van water wordt al op veel plaatsen in de wereld gedaan. Het principe is eenvoudig. De klassieke methode: breng water aan de kook, vang de condens op en je hebt drinkbaar water. Heel geschikt voor kleinere hoeveelheden, maar onbruikbaar voor grote hoeveelheden in korte tijd.
In de jaren zestig komt de membraanfiltratie in zwang. Daarmee kan het smerigste water worden gezuiverd. Het resultaat is zelfs zo zuiver dat het is te vergelijken met gedistilleerd water. Ontdaan van allerlei stoffen die er volgens de Drinkwaterwet wel in horen te zitten.

Bij toepassing van de membraanfiltratie moet dan ook een aantal stoffen aan het water worden toegevoegd om aan de normen van de Drinkwaterwet te voldoen. Mineralen en kalk, om er maar een paar te noemen.

Membraanfiltratie, ook wel omgekeerde osmose genoemd, komt er op neer dat watermoleculen losgemaakt (gefilterd) worden van, in dit geval, zoutmoleculen. Dat kan alleen door onder hoge druk watermoleculen door een fijnmazig filter te persen waar alleen die watermoleculen doorheen kunnen.

,,Zoutmoleculen houden watermoleculen vast met een kracht van 30 Bar. Om die twee te scheiden is een druk van 50 Bar nodig. Dat is twintig keer zoveel druk als er in een doorsnee autoband zit. Dat kost dus veel energie'', zo zegt Walter van der Meer, directeur van het Vitens waterlaboratorium in Leeuwarden en deeltijd-hoogleraar membraanprocestechnologie aan de TU Twente.

Vitens verwacht dat Terschelling in 2020 700.000 kubieke meter water per jaar nodig heeft. Nu is dat rond de 500.000 kubieke meter. De grootste installatie ter wereld kan 10.000 kubieke meter per dag produceren.

Terschelling zou met een mini- installatie van 150 kubieke meter per uur toe kunnen. Dat lijkt overbodig veel, het totaal van 1,3 miljoen kubieke meter per jaar. Maar van de totale hoeveelheid zout water blijft na filtering globaal maar de helft aan drinkwater over. Vitens verwacht het overblijvende zout weer in de zee te kunnen dumpen.

Technisch gezien is het ontzilten van zout water een peulenschil. Of het er op Terschelling ook van komt, is de vraag. ,,Het is een van de mogelijkheden die in de komende twee jaar wordt onderzocht als alternatief voor het vervangen van de 27 jaar oude transportleiding tussen de vaste wal en het eiland'', vertelt geohydroloog Arjen Kok van Vitens.

Wat hem betreft zijn veel andere mogelijkheden ook nog open. Onderzoek naar het injecteren en bufferen van overtollig hemelwater in de duinen is er een voorbeeld van, net als het ontzilten van zout grondwater, het filteren van wat rest bij een zuiveringsinstallatie of toch een nieuwe waterleiding naar het eiland.

Het opvangen van regenwater in de duinen is het goedkoopst, maar de bron is wisselend. Een nadeel van het filteren van zeewater is het risico van olievervuiling en van een instabiele samenstelling. Zout grondwater is al een beetje voorgezuiverd, de samenstelling is stabiel en grondwatervervuiling is niet aan de orde.

,,Leveringszekerheid is van het grootste belang'', aldus Kok. ,,Misschien komen we wel uit op een mix van zoetwaterbuffering in de duinen en membraanfiltratie van zout water.''